De geschiedenis van Bad- en Zweminrichting De Regentes was vanaf de eerste bouwtekeningen spectaculair: haar eerste steen hing al aan een zijden draadje.
Na een uiterst moeizame start was De Regentes niet alleen het toneel van vrolijke freules die zich tijdens het badderen tegoed deden aan de taartjes van de lunchroom, maar ook van een keiharde strijd van de eigenaren om het hoofd boven water te houden. De opening van het grootste overdekte zwembad van Europa in de moeilijke periode vlak na de Eerste Wereldoorlog getuigde van ondernemen op het scherpst van de snede. De eigenaren moesten enorme technische, bouwkundige en financiële problemen oplossen, waarbij enkelen zelfs achter de tralies verdwenen.
Midden jaren dertig waren de kinderziektes van De Regentes overwonnen en brak een bloeiperiode aan die tijdens de oorlog voortduurde en eindigde met de opkomst van de gemeentezwembaden en de toenemende verliezen van het badhuis rond 1970. Vijftien jaar later nam de gemeente het in zwaar weer verkerende zwembad over en rekte zijn voortbestaan tot 1995. Het leegstaande gebouw trok hierop de aandacht van theatermakers uit de wijk en begon aan een nieuwe turbulente levensfase, die nu, na 25 jaar in rustiger vaarwater lijkt te komen.
Historicus Bert Alers deed voor dit boek twee jaar archiefonderzoek en voerde talloze gesprekken met oud-zwembadmedewerkers, zwemkampioenen, theaterpioniers en theaterdirecteuren. De boeiende geschiedenis van dit gebouw en de bijzondere verhalen en belevenissen van zijn gebruikers zijn te lezen in het met prachtige foto's geïllustreerde jubileumboek Van Water naar Theater.
Samen met een team van vrijwilligers is er een waardevol document tot stand gekomen, waarin het belang van behoud van erfgoed onderstreept wordt.
